het EK zelfst.naamw. Uitspraak: [ e'ka ] Verbuigingen: EK's (meerv.) Europees kampioenschap sport Voorbeeld: 'het EK wielrennen' I e.k. bijv.naamw. die het snelst op heden volgt '(geplaatst na een datum zonder jaartal)' II e.k. zelfst.naamw. schijngestalte van de maan, ruim een week na nieuwemaan, als op het noordelijk halfrond alleen de rechterhelft van de maan wordt verlicht '(gebruikt in agenda's en getijdetabellen)' ...
1) Toernooi 2) Eerstkomend 3) Periodieke maanstanden 4) Aanstaande 5) Komend 6) Halfmaan 7) Gestalte van de maan (Afk.) 8) Eerste kwartier (Afk.) 9) Halve maan 10) Eerste kwartier 11) Schijngestalte van de maan 12) Schijngestalte van de maan (Afk.) 13) Eerstvolgend 14) Eerste kamer (Afk.) 15) Eerste kamer 
Europees kampioenschap Incidenteel ook wel in toepassingen buiten de sportwereld. Europese kampioenschappen Minder gebruikelijk dan de betekenis 1.0.
oude schrijfwijze van ijk (zegt men).
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eerstkomend(e, en).
Enkelvoudige kamer.