
ervoor bijwoord Uitspraak: [ ɛr'vor ] Afbreekpatroon: er·voor
voor (het eerder of later genoemde) Voorbeelden: 'een kerk met een plein ervoor' , 'ervoor terugdeinzen om het koude water in te gaan' ervoor gaan (er erg je best voor doen) 'Die wedstrijd ga ik winnen. Ik ga ervoor.' Synoniem: je erg inzetten voor ervoor zijn ((iets) steunen)...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/ervoor

1) Daarvoor 2) Voordat 3) Voordien 4) Voornaamwoordelijk bijwoord 5) Bijwoord 6) Aan de voorzijde
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ervoor/1
voor wat je noemt of bedoelt vb: de deur kon niet open; de bank stond ervoor
er slecht voor staan
[het ziet er slecht uit]er alleen voor staan
[het alleen moeten doen]ik ben ervoor
[ik vind dat het zó moet]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.