de Ethiopiër zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ eti'jopijər ] Afbreekpatroon: Ethi·o·pi·er Verbuigingen: Ethiopiërs (meerv.) de Ethio - pische zelfst.naamw. Uitspraak: [ eti'jo - pisə ] Afbreekpatroon: Ethi·o·pi·er Verbuigingen: Ethiopischen (meerv.) iemand met de Ethiopische nationaliteit de Ethiopiër zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ eti'jopijər ] Afbreekpatroon: Ethi·o·pi·er Verbuigingen: Ethiopiërs (meerv.) de Ethio - pische zelfst.naamw. Uitspraak: [ eti'jo - pisə ] Afbreekpatroon: Ethi·o·pi·er Verbuigingen: Ethiopischen (meerv.) iemand met de Ethiopische nationaliteit 
1) Inwoner van Oost-Afrika 2) Inwoner van het oosten van Afrika 3) Inwoner van Ethiopië 4) Inwoner van Afrika 5) Inwoner van de Hoorn van Afrika 1) Inwoner van Oost-Afrika 2) Inwoner van het oosten van Afrika 3) Inwoner van Ethiopië 4) Inwoner van Afrika 5) Inwoner van de Hoorn van Afrika 
inwoner van Ethiopi? (toon de herkomst via de etymologiebank)inwoner van Ethiopi? (toon de herkomst via de etymologiebank)