
de examentijd zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: exa·men·tijd Verbuigingen: examentijden (meerv.)
de tijd van het jaar dat vele examens gehouden worden Voorbeeld: 'Het is weer examentijd en ik heb net m'n examen samengesteld.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/examentijd
1) tijd dat de examens worden afgenomen; examenperiode
2) begintijd en/of eindtijd van een examen; tijd waarop een examen begint of eindigt
3) tijd waarbinnen een examen gemaakt moet worden; tijdsduur van een examen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/examentijd
Geen exacte overeenkomst gevonden.