de ficus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'fikʏs ] Afbreekpatroon: fi·cus Verbuigingen: ficussen (meerv.) boom met talloze verschillende soorten Voorbeelden: 'In Nederland wordt een ficus vaak als kamerplant gebruikt.' , 'De vijg is ook een ficus.' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ficus
uitheemse plant met verschillende variëteiten die om hun glimmende, leerachtige bladeren vaak als groene kamerplant worden gehouden en tot hetzelfde geslacht als de vijgenboom behoren Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/ficus