1) het zonder fut zijn; het geen energie, kracht en lust hebben (om iets te doen); gebrek aan energie, kracht en lust (om iets te doen); het energieloos, krachteloos, lusteloos zijn; energieloosheid; krachteloosheid; lusteloosheid 2) het van geen of weinig fut getuigen; slapheid 3) het niet veerkrachtig zijn; het slap zijn Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/futloosheid