
de man die droge waren, vooral specerijen, ontdeed van vuil, stof, doppen en schillen, en daarna naar de kwaliteit sorteerde. Valentijn vertaalt garbuleur dan ook door kruytlezer, en onder gegarbuleerde nagelen of noten verstond men zuivere, gesorteerde. Spaans garbillar; Arabisch gharbil, ghirbâl = zeef. In Stapel III, blz. 373, komt het merkwaar...
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
Geen exacte overeenkomst gevonden.