de gardiaan zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: gardiaans gardianen overste van een klooster bij de minderbroeders Franciscanen of Kapucijnen 
1) Hoofd van een klooster 2) Kloosterhoofd 3) Overste 4) Franciscaner overste 5) Overste in een klooster 6) Kloosteroverste 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Rooms Katholiek), kloosterbewaarder, Fr. gardien.
Let op: Spelling van 1858 een wachthouder, opperste van een Franciskaner klooster; bij de Turken een opziener der soldaten
Kloosteroverste bij de minderbroeders franciscanen of capucijnen.
overste van franciscanen- of kapucijnenklooster (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een 'gardiaan' (van het Italiaanse woord voor 'wachter' : 'guardiano') is een kloosteroverste bij de minderbroeders franciscanen of kapucijnen. De aanspreekvorm voor een gardiaan is 'Wel- of Zeereerwaarde Pater'.