genieten werkw. Uitspraak: [ xəˈnitə(n) ] Afbreekpatroon: ge·nie·ten Vervoegingen: genoot (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft genoten (volt.deelw.) (iets) erg aangenaam vinden Voorbeeld: 'van lekker eten genieten' Synoniem: plezier hebben niet te genieten zijn (erg vervelend zijn) 'Ze is zo dwars vandaag, ze is niet te genieten!' S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/genieten
•"transitief" -- voordeel hebben van iets •met voorzetselvoorwerp "genieten van": -- aangename gevoelens ergens door beleven. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/genieten