genoeg pronoun Uitspraak: [ xəˈnux ] Afbreekpatroon: ge·noeg 1) voldoende Voorbeelden: 'meer dan genoeg glazen voor de borrel hebben' , 'handig genoeg zijn om een tafel te maken' (schoon) genoeg van iets hebben (iets (helemaal) niet meer willen) 'Ik heb schoon genoeg van zijn onhebbelijke opmerkingen.' Synoniem: balen van 2) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/genoeg
zoveel als nodig is en zelfs meer vb: hebben we genoeg koffie in huis? ik heb er genoeg van [ik wil er niet mee doorgaan] hij kan er geen genoeg van krijgen [hij blijft het maar leuk vinden] genoeg voor een weeshuis [veel te veel] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=genoeg