gewennen werkw. Afbreekpatroon: ge - wen - nen Vervoegingen: gewende (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gewend (verl.tijd ) (zich) ergens vertrouwd mee maken, gewoonte aannemen Voorbeeld: 'Een puppy laten gewennen aan kinderen.' Synoniemen: : aanpassen, wennen 1 definitie...
1) Aan iets wennen 2) Aanpassen 3) Aarden 4) Acclimatiseren 5) Gewoon maken 6) Gewoon worden 7) Gewoonmaken 1) Aanleren 2) Aanpassen 3) Aarden 4) Acclimatiseren 5) Inburgeren 6) Wennen 
verwijst naar wennen = vertrouwd raken (toon de herkomst via de etymologiebank)
zich thuis gaan voelen; gewoon maken, worden