
het gezanik zelfst.naamw. Uitspraak: [ xə'zanɪk ] Afbreekpatroon: ge·za·nik
het hinderlijk blijven zeuren (over iets) informeel Voorbeelden: 'Hou op met je gezanik! Ik ben het zat.' , 'Altijd maar weer dat gezanik over geld. Koop toch eens iets dat echt goed is, ook al is het duur.' Synoniemen: : gezeur, gezeik Synoniemen: ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/gezanik

1) Wartaal 2) Zeurderig gepraat 3) Gemier 4) Gemekker 5) Gemaal 6) Jammerlijke toestand 7) Gemieter 8) Gewauwel 9) Gedonder 10) Gedram 11) Gezaag 12) Gezeik 13) Gelazer 14) Herrie 15) Gezever 16) Gezeur 17) Geleuter 18) Vervelend gezeur 19) Niet aangenaam geluid 20) Zagerij 21) Leuterpraat 22) Rompslomp
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Gezanik/1

het voortdurend, steeds weer zaniken
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.