glinsteren, schitteren; glazig staan, verwilderd kijken; intens kijken (VD) met strakke ogen kijken - Voorbeeld: ‘De kleermaker zit er op zijn tafelier en glaart boven de brilglazen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php