
goedgezind bijv.naamw. Uitspraak: [ 'xutxəzɪnt ] Afbreekpatroon: goed·ge·zind 1) als je het goede (voor iemand) wilt, of als iets gunstig uitpakt (voor iets of iemand) Voorbeelden: 'De weergoden zijn het openluchtconcert goedgezind: het is mooi weer.' , 'Het leven is ons goed gezind.' Antoniem: kwaadgezind Synoniem: welgezind
Gevonden op
https://woorden.org/woord/goedgezind

1) Vrolijk 2) Genegen 3) Welgezind 4) Welwillend 5) Gunstig
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Goedgezind/1

een goede gezindheid hebbend of tonend ten opzichte van iemand of iets; een goedgunstige houding hebbend of tonend; het beste voorhebbend met iemand of iets; gunstig gezind; welgezind goede zin hebbend of tonend; in een goede stemming verkerend; vroijk gestemd; goedgehumeurd
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/goedgezind

in een goede stemming verkerende - Voorbeeld: ‘
Als 't noenklokje luidde, spande Jan zijn koppel (paarden) uit en ze gingen nu dansend, goedgezind naar huis’ (Langs Wegen 20)
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.