de gouverneur zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ xuvər'nɵ:r ] Afbreekpatroon: gou·ver·neur Verbuigingen: gouverneurs (meerv.) 1) hoofd van een eenheid binnen een land Voorbeelden: 'De gouverneur van Kunduz is door een aanslag gedood.' , 'De gouverneur van Aruba is vertegenwoordiger van de koningin en zaakwaarnemer van de koninkrijk...
1) Ambtelijke titel 2) Ambtenaar 3) Beroep 4) Bestuurder 5) Bestuurder van een provincie 6) Landvoogd 7) Militair opperbevelhebber van een stad 8) Nabob 9) Onderwijskracht 10) Plaats in de Verenigde Staten 11) Regent 12) Regeringsfunctionaris 13) Rijksbestuurder 1) Bestuurder 2) Huisonderwijzer 3) Landvoogd 4) Nabob 5) Regent 6) Rijksbestuurder 7) Stadhou 8) Stedehouder 
bestuurder; huisonderwijzer (toon de herkomst via de etymologiebank)
bestuurder in het vroegere Nederlands-Indië vb: Multatuli schreef een brief aan de gouverneur
1) persoon die aan het hoofd staat van het gewestelijk bestuur van een rijksdeel, zoals een provincie, kolonie of niet-soevereine staat; bestuurder van een rijksdeel 2) persoon die aan het hoofd van een centrale bank of stelsel van centrale banken staat; president van een nationale bank of van een internationale organisatie voor mone...
bestuurder
bestuurder
bestuurder van een provincie of kolonie
hoofd van een provincie of een ander onderdeel van een staat
Van 1814 tot 1850 de benaming voor de Commissaris des Konings in de provincie. 
Verwijst naar benoemde of gekozen functionarissen in verschillende bestuurslichamen, die het hoogste gezag vertegenwoordigen. In de Verenigde Staten verwijst de term naar het hoofd van de uitvoerende macht in elk van de staten, in het Britse Gemenebest naar de vertegenwoordiger van de kroon in een lidstaat of afhankelijk gebiedsdeel