
het groeicijfer zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'xrujsɛifər ] Afbreekpatroon: groei·cij·fer Verbuigingen: groeicijfers (meerv.)
getal waarin groei wordt uitgedrukt economie Voorbeelden: 'Het Centraal Bureau voor de Statistiek komt met de laatste groeicijfers over de Nederlandse economie.' , 'Het bedrijf rapporteert stevige groeici...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/groeicijfer

De mate waarin de bevolking in een jaar toeneemt of afneemt (als gevolg van de natuurlijke groei en het migratiesaldo) uitgedrukt in een percentage van de totale bevolking. (Nederland 1994: 5,3%).
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10080
Geen exacte overeenkomst gevonden.