[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] vechtersbaas, naar den strijdbaren haan en de veeren, waarmede zulk een Haantje-de-Voorste zich den hoed versierde. Vandaar
kokar de d.i.
cocquarde; coq = haan.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0012.php

Spreekwoorden: (1914)
Een haneveer,d.i. een vechtersbaas; eig. iemand die een haneveer op zijn hoed heeft, hetzij een soldaat, een vrijbuiter of iemand, die als een groot heer is gekleed met een pluim op den hoed; vgl. Tuinman I, 290: Moeskoppende soldaten, en vrijbuiters, die ook haanenveêren genoemt wierden; Rotg...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.