de hens zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: hensje 1) 'in de uitdrukking' ”alle hens”: iedereen 2) 'in de uitdrukking' ”in de hens”: vuur, brand Synoniemen: brand Spreekwoorden en zegswijzen • alle hens aan dek (=met alle beschikbare mensen of alle middelen) Naar de spreekwoorden 
1) Belgische componist 2) Bemanning 3) Bemanning van een schip 4) Bemanning van een schip of vliegtuig 5) Bende 6) Scheepsbemanning 7) De matrozen 8) Brand 9) Scheepsvolk 10) Manschappen 11) Handen (zeevaart) 12) Handel (zeevaart) 
Amsterdams woord voor in de fik staan = brand
(Amsterdams) brand (het huis staat in de hens)(Amsterdams) iedereen die kan moet er zijn (alle hens aan dek)
Verkorte variant van JOHANNES Betekenis: Oorspronkelijk Hebreeuwse naam (Johanan): 'Hij (= God) zal genadig zijn'.