
de hoerenzoon zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: hoe·ren·zoon Verbuigingen: hoerenzonen<br>hoerenzoons (meerv.) Verbuigingen: hoerenzoontje (verkleinwoord)
1) Zoon van een hoer. 2) onwettige, onechte zoon, bastaard . Herkomst volgens etymologiebank.nl hoerenzoon ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/hoerenzoon
Geen exacte overeenkomst gevonden.