
de Hongaar zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ hɔŋ'xar ] Afbreekpatroon: Hon·gaar Verbuigingen: Hongaren (meerv.) de Hongaar - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ hɔŋ'xar - sə ] Afbreekpatroon: Hon·gaar Verbuigingen: Hongaarsen (meerv.)
iemand met de Hongaarse nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Hongaar

1) Inwoner van Centraal-Europa 2) Paard 3) Bewoner van Hongarije 4) Inwoner van Hongarije 5) Inwoner van Europa 6) Inwoner van Oost-Europa 7) Inwoner van Midden-Europa 8) Magyaar
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hongaar/1

iemand met de Hongaarse nationaliteit; iemand die behoort tot het Hongaarse volk; iemand die afkomstig is uit Hongarije; inwoner van Hongarije
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Hongaar

• [demoniem] iemand afkomstig uit Hongarije.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Hongaar
Geen exacte overeenkomst gevonden.