hopen werkw. Uitspraak: [ ˈhopə(n) ] Afbreekpatroon: ho·pen Vervoegingen: hoopte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehoopt (volt.deelw.) wensen of verwachten dat iets dat je wilt zal gebeuren Voorbeelden: 'Ik ben zwanger en hoop op een dochter.' , 'Ik hoop dat hij gauw thuiskomt.' Synoniemen: accumuleren op hopen zetten opeenhopen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hopen
1) Zich richten op een positieve uitkomst 2) Vergaren 3) Vertrouwen 4) Een positieve verwachting koesteren 5) Verlangend verwachten 6) Verlangen 7) Een optimistische kijk hebben op de toekomst 8) Accumuleren 9) Vertrouwen op een positieve uitkomst 10) Gunstige verwachtingen koesteren 11) Verwachten Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hopen/1
graag willen dat het gebeurt vb: ik hoop dat je komt ik had het niet durven hopen [ik had het niet verwacht] het is te hopen [ik hoop het] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=hopen
'Hopen' is een eiland dat (bestuurlijk) behoort tot de eilandengroep Spitsbergen. Het eiland is in 1596 ontdekt door Jan Cornelisz Rijp tijdens de derde expeditie van Willem Barentsz die daar op zoek was naar de Noordoostelijke Doorvaart. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Hopen