de houding zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈhɑudɪŋ ] Afbreekpatroon: hou·ding Verbuigingen: houdingen (meerv.) 1) stand van je lichaam Voorbeeld: 'een slechte houding hebben' in de houding staan ((van soldaten) rechtop stilstaan met je armen tegen je lichaam) 2) manier van doen Voorbeelden: 'een afwachtende houd...
1) Air 2) Allure 3) Allures 4) Attitude 5) Besturing 6) Bewering 7) Contenance 8) Ethos 9) Gang 10) Gedaante 11) Gedrag 12) Gedragslijn 13) Geestesgesteldheid 14) Gelaatsuitdrukking 15) Gesteldheid 16) Gezindheid 17) Habitus 18) Handelwijze 19) Inslag 20) Instelling 21) Leiding 22) Manieren 23) Mentaliteit 1) Air 2) Allure 3) Attitude 4) Besturing 5) Bewering 6) Contenance 7) Gedaante 8) Gedrag 9) Gedragslijn 10) Gelaatsuitdrukking 11) Gesteldheid 12) Habitus 13) Instelling 14) Leiding 15) Lichaamshouding 16) Lichaamsstand 17) Maintien 18) Manier 19) Manier van doen 20) Manier van optreden 21) Mentaliteit 
wijze waarop men het lichaam houdt (toon de herkomst via de etymologiebank)
hoe je tegenover iemand of iets staat vb: zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet
Manier van doen.
•een pose. •gedragslijn, opstelling.
wijze waarop men het lichaam houdt; (verouderd) het houden, bewaren
houvast - Voorbeeld: ‘Zover de stam hem steun en houding bood’ (Grauwe Ruiter 57)
wijze waarop men het lichaam houdt
De manier waarop men bepaalde zaken of anderen benadert. (innerlijk: zoals men er over denkt; uiterlijk: zoals men ze tegemoet treedt).
lichaamsdracht of -stand van een hoen.