
de houtkachel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'hɑutkɑxəl ] Afbreekpatroon: hout·ka·chel Verbuigingen: houtkachels (meerv.)
kachel waarin je hout stookt Voorbeelden: 'een houtkachel met gezellige warmte' , 'In voor- en najaar stoken we de houtkachel.' 2 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/houtkachel

1) Huishoudelijk apparaat 2) Verwarming 3) Verwarmingsapparaat 4) Verwarmingsbron 5) Verwarmingstoestel 6) Warmtebron
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Houtkachel/1

Een verbrandingsapparaat die direct aan de schoorsteen is aangesloten en een ruimte verwarmd door er hout in op te branden.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10840
Geen exacte overeenkomst gevonden.