
de huiskring zelfst.naamw. (m.)
1) kleine groep gelovigen die een deel uitmaken van een gemeente 2) de huiselijke kring Gevonden op
https://woorden.org/woord/huiskring

de mensen met wie men samen een huishouden vormt; het gezin thuis bij een kerk aangesloten groep die bij iemand thuis bijeenkomt om zich bezig te houden met vragen over de gemeente en de Bijbel; Bijbelkring aan huis
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/huiskring
Geen exacte overeenkomst gevonden.