
illusieloos bijv.naamw. Afbreekpatroon: il·lu·sie·loos Verbuigingen: illusielozer Verbuigingen: illusieloost
zonder illusie, zonder valse hoop Voorbeeld: 'Nadat al zijn plannen waren mislukt ging hij een stuk gemakkelijker en illusielozer door het leven.' . 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/illusieloos
1) zonder illusies; zonder illusies te koesteren; zonder zich ook maar een enkele iluusie te maken over iets
2) ervan blijkgevend dat men geen illusies koestert, dat men zich geen enkele illusie maakt over iets
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/illusieloos
Geen exacte overeenkomst gevonden.