
inbouwen werkw. Uitspraak: [ ɪmbɑuwə(n) ] Afbreekpatroon: in·bou·wen Vervoegingen: bouwde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingebouwd (volt.deelw.)
tot onderdeel maken van iets anders Voorbeelden: 'een autoradio inbouwen' , 'de in het aanrecht ingebouwde vaatwasser' , 'De camera is in de laptop ingebouwd.' 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/inbouwen

1) Omringen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inbouwen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.