informeren werkw. Uitspraak: [ ɪnfɔrˈmerə(n) ] Afbreekpatroon: in·for·me·ren Vervoegingen: informeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnformeerd (volt.deelw.) 1) informatie geven Voorbeeld: 'Hij informeerde ons over de nadelen van het product.' Synoniemen: : inlichten, voorlichten 2) zorgen dat je inf...
1) Inlichtingen inwinnen 2) Inlichtingen vragen 3) Inwinnen 4) Inlichten 5) Solliciteren 6) Op de hoogte stellen 7) Aankondigen 8) Vernemen 9) Aanzeggen 10) Rapporteren 11) Zeggen 12) Verwittigen 13) Kondoen 14) Tippen 15) Kennisgeven 16) Berichten 17) Vragen 18) Vragen naar 19) Meedelen 20) Onderrichten 
Def.: op de hoogte stellen
inlichten
Informeren betekent zowel inlichtingen inwinnen als inlichtingen verstrekken. In het laatste decennium van de twintigste eeuw is de wijze waarop informatie gedeeld wordt enorm veranderd door de opkomst van het internet. Wat is Informeren en op welke wijze heeft het internet informatiegaring veranderd?
Het overbrengen van informatie, met name feiten of gebeurtenissen, aan anderen.
berichten of kennis geven van iets; vragen naar (toon de herkomst via de etymologiebank)
vragen hoe het zit, gegevens opvragen vb: je kunt daar informeren hoe laat de trein vertrekt
•vragen; inlichten
Informeren is iemand op de hoogte stellen. [basiswoordenlijst groep 6]
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] onderrichten