inhouwen werkw. Afbreekpatroon: in·hou·wen Verbuigingen: hieuw in Vervoegingen: ingehouwen (volt.deelw.) 1) door houwen in iets aanbrengen Voorbeeld: 'Het eiland Biševo strekt zich uit over 6 vierkante kilometer met vele grotten, die ingehouwen zijn in de steile kust.' 2) enz. 3) tweede betekenisomschr...
1) Inhakken