innig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɪnəx ] Afbreekpatroon: in·nig 1) met of vanuit een diep gevoel Voorbeelden: 'elkaar innig liefhebben' , 'elkaar innig zoenen' 2) nauw verbonden Voorbeelden: 'De luchtvaartmaatschappij werkt innig samen met justitie.' , 'De twee organisaties zijn nu zo innig verweven dat ze beter ku... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/innig