
inruilen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnrœylə(n) ] Afbreekpatroon: in·rui·len Vervoegingen: ruilde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingeruild (volt.deelw.)
vervangen (door een andere) Voorbeelden: 'na vijf jaar je auto inruilen voor een nieuwe' , 'je vaste personeel inruilen voor flexwerkers' , 'je vriendin inruilen voor een andere ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/inruilen

1) Verruilen 2) Omwisselen 3) Uitwisselen 4) Inwisselen 5) Inwisselen tegen iets anders
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inruilen/1
inleveren voor iets anders vb: ik heb mijn auto ingeruild voor een nieuwe
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.