insinueren werkw. Uitspraak: [ ɪnsiny'werə(n) ] Afbreekpatroon: in·si·nu·e·ren Vervoegingen: insinueerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnsinueerd (volt.deelw.) (iemand) op een niet openlijke manier beschuldigen Voorbeeld: 'Ik wil niet insinueren dat hij een alcoholist is, maar hij heeft wel erg veel drank in huis.' Synon... Gevonden op https://woorden.org/woord/insinueren
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] meedelen, te kennen geven, bekend maken, indringen, invloegen, inschuiven, te keken geven, aanmelden, verwittigen Gevonden op https://www.encyclo.nl/Media/11698-Dumont-André.doc