insinueren werkw. Uitspraak: [ ɪnsiny'werə(n) ] Afbreekpatroon: in·si·nu·e·ren Vervoegingen: insinueerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnsinueerd (volt.deelw.) (iemand) op een niet openlijke manier beschuldigen Voorbeeld: 'Ik wil niet insinueren dat hij een alcoholist is, maar hij heeft wel erg veel drank in huis.' Synoni... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/insinueren