
de insluiper zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɪnslœypər ] Afbreekpatroon: in·slui·per Verbuigingen: insluipers (meerv.)
iemand die ergens zonder in te breken binnendringt om te stelen Voorbeeld: 'opeens een insluiper in je huis aantreffen' Synoniemen: binnendringer indringer ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/insluiper

1) Dief 2) Binnendringer 3) Inbreker 4) Indringer 5) Infiltrant 6) Binnensluipende dief 7) Heimelijke indringer
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Insluiper/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.