
1. ongewild. In de uitdrukking `installig maken`: zijn marktwaarde doen verliezen. Men kon een artikel installig maken, door er kwaad van te vertellen. Een door zeewater beschadigd artikel was installig geworden; 2. ongeïnd. Installige schuld is schuld, die men nog te vorderen heeft.
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/

gedeprecieerd (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/installig
Geen exacte overeenkomst gevonden.