het interieur zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɪntəriˈjɵ:r ] Afbreekpatroon: in·te·ri·eur Verbuigingen: interieurs (meerv.) hoe een gebouw of voertuig er van binnen uit ziet Voorbeeld: 'van een modern interieur houden' Synoniem: inrichting Synoniemen: binnenhuis binnenwerk inrichting vulling exterieur (antoniem) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/interieur
1) Inrichting van een huis 2) Het inwendige 3) Innerlijk 4) Inrichting 5) Inrichting in een huis 6) Inrichting van een gebouw 7) Binnenwerk 8) Vulling 9) Huisinrichting 10) Inwendige 11) Binnenhuis 12) Binnenaanzicht 13) Niet uitwendig 14) Familieleven Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Interieur/1
[ architectonische termen] Het interieur is het inwendige van een gebouw, huis of vertrek. De term heeft zich voor het woninginterieur het sterkst ontwikkeld en duidt daarmee de aankleding, meubilering en stoffering van een vertrek aan.Het tegengestelde van interieur is exterieur... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10776