invoegen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnvuxə(n) ] Afbreekpatroon: in·voe·gen Vervoegingen: voegde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingevoegd (volt.deelw.) 1) met je voertuig tussen het verkeer op een andere rijstrook gaan rijdenverkeer Voorbeeld: 'Je moet invoegen als je de snelweg oprijdt.' Antoniem: uitvoegen ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/invoegen
Het vullen of afwerken met behulp van voegspecie. In de specifieke context van mozaïekonderhoud het aanbrengen van een vloeibaar bindmiddelmengsel in de ruimte tussen voorbewerkte lagen Gevonden op https://www.ksart.nl/term/invoegen