
I a de Japanner zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ja'pɑnər ] Afbreekpatroon: Ja·pan·ner Verbuigingen: Japanners (meerv.) I b de Japan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ ja'pɑn - sə ] Afbreekpatroon: Ja·pan·ner Verbuigingen: Japansen (meerv.)
iemand met de Japanse nationaliteit Voorbeeld: 'Overal komen toeristenbussen vol Japanners.' II ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/Japanner

1) Inwoner van Oost-Azië 2) Kruiwagen met een halfronde bak 3) Inwoner van Japan 4) Kruiwagen met halfronde bak 5) Inwoner van Azië 6) Jap 7) Bewoner van Japan 8) Oosterling
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Japanner/1

•persoon die de Japanse nationaliteit heeft.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Japanner
Geen exacte overeenkomst gevonden.