jeuzelen werkw. Afbreekpatroon: jeu·ze·len Verbuigingen: jeuzelde Vervoegingen: gejeuzeld (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het jeuzelen in de tweede betekenis erin.' 3) oeverloos praten, zeuren, ongericht bezig zijn Voorbeeld: 'En zo werd er nog uren gejeuzel... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/jeuzelen