
Kaars die de dopeling, of degene die het kind ten doop houdt, in de hand wordt gegeven, als een teken van het licht van de verrezen Heer en van de lamp die de dopeling brandend dient te houden. De kaars wordt aangestoken aan de vlam van de paaskaars. De dopeling krijgt de doopkaars mee naar huis en is een persoonlijk bezit. Op de verjaardag van de ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10695

Kaars die de dopeling, of degene die het kind ten doop houdt, in de hand wordt gegeven, als een teken van het licht van de verrezen Heer en van de lamp die de dopeling brandend dient te houden. De kaars wordt aangestoken aan de vlam van de paaskaars. De dopeling krijgt de doopkaars mee naar huis en is een persoonlijk bezit. Op de verjaardag van de ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10695
Geen exacte overeenkomst gevonden.