Zie ook:
jam

jammen werkw. Uitspraak: [ 'dʒɛmə(n) ] Afbreekpatroon: jam·men Vervoegingen: jamde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gejamd (volt.deelw.)
onvoorbereid en improviserend samen muziek maken muziek Voorbeelden: 'Na de pauze kan iedereen jammen met de leden van de band.' , 'jamsessie' Zie ook: jam
Gevonden op
https://woorden.org/woord/jammen

1) Manier van improviseren 2) Muzikaal improviseren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Jammen/1

vrij improviserend samenspelen, vaak met een voor de gelegenheid samengekomen groep jazzmuzikanten of rockmuzikanten
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/jammen

Het vastlopen van papier in een printer Is een synoniem van Jam
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10754
Geen exacte overeenkomst gevonden.