
de kanaalharing zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ka·naal·ha·ring Verbuigingen: kanaalharingen (meerv.) Verbuigingen: kanaalharinkje (verkleinwoord)
het deel van de haringpopulatie dat in het zuidelijk deel van de Noordzee en het Kanaal paait . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/kanaalharing
Geen exacte overeenkomst gevonden.