
I Katwijker bijv.naamw. Afbreekpatroon: Kat·wij·ker
op Katwijk betrekking hebbend II de Katwijker zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Kat·wij·ker Verbuigingen: Katwijkers (meerv.)
een inwoner van Katwijk, of iemand afkomstig uit Katwijk . 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Katwijker
1) iemand die afkomstig is uit Katwijk of in het bijzonder uit een van de kernen van die gemeente, t.w. Katwijk aan Zee, Katwijk-Noord of Katwijk aan den Rijn; inwoner van Katwijk; Katwijkenaar
2) bepaald soort, middelgroot motorschip voor de binnenvaart dat in Katwijk gebruikelijk was; karakteristiek Katwijks binnenvaartschip van we...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Katwijker

variabel scheepstype, behorend tot de motorschepen. Meestal tussen 20 en 24 meter lang, geen al te grote holte, zware berghouten, meestal geen roef, vaak een kleine stuurhut, soms voorzien van een rechtopstaand of zelfs achterovervallend hek. Katwijkers werden veel als beurtschip, maar ook als gewoon vrachtschip en voor de visserij geb...
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=kar#katwijker
Geen exacte overeenkomst gevonden.