klaarblijkelijk bijwoord Uitspraak: [ klarˈblɛikələk ] Afbreekpatroon: klaar·blij·ke·lijk zoals je uit iets kunt afleiden Voorbeeld: 'John sprak over allerlei aspecten van het gitaarspel. Klaarblijkelijk speelt hij zelf gitaar.' Synoniemen: : kennelijk, blijkbaar Synoniemen: apert blijkbaar duidelijk evident kennelijk onmiskenbaar o...
1) Schijnbaar 2) Onmiskenbaar 3) Onweerlegbaar 4) Ogenschijnlijk 5) Duidelijk blijkend 6) Kennelijk 7) Onderscheidbaar 8) Duidelijk blijkende 9) Ostensibel 10) Notoir 11) Overduidelijk 12) Uitgesproken 13) Apert 14) Baarblijkelijk 15) Tastbaar 16) Glashelder 17) Openbaar 18) Zeer duidelijk 19) Evident 
kennelijk Voorbeeld: En nu was ik klaarblijkelijk helemaal opgeknapt.
je kunt merken dat het echt zo is vb: klaarblijkelijk heeft hij zich vergist Synoniemen: blijkbaar kennelijk Tegenstellingen: schijnbaar ogenschijnlijk
•kennelijk.