de kling zelfst.naamw. (v.) Verbuigingen: klingen (meerv.) 1) lemmet van een zwaard, bajonet, mes of sabel iemand over de kling jagen (iemand doden) 2) niet begroeid duin, kale heuvel Synoniemen: lemmer lemmet Spreekwoorden en zegswijzen • over de kling jagen (=iemand doden) Naar de spre...
1) Bajonet 2) Blad van een zwaard 3) Blank van een sabel 4) Blank van een zwaard 5) Deel van een sabel 6) Deel van een zwaard 7) Degen 8) Dor duin 9) Duinheuvel 10) Het blank van een sabel 11) Het blank van een zwaard 12) Kaal duin 13) Kaalduin 14) Kale duinheuvel 15) Lemmer 16) Lemmer van een zwaard 1) Bajonet 2) Degen 3) Duinheuvel 4) Heuvel 5) Lemmer 6) Lemmet 7) Zwaard 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Kling``] Het voornaamste gedeelte van elk zijdgeweer en van de bajonet; men
handelaar uit India (toon de herkomst via de etymologiebank)
lemmet
[Soldatentaal, 1914] lange sabel. [Soldatentaal, 1914] sabel.
Vulva..
Spreekwoorden: (1914) Over de kling jagen (of doen springen)