knikkeren werkw. Uitspraak: [ 'knɪkərə(n) ] Afbreekpatroon: knik·ke·ren Vervoegingen: knikkerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknikkerd (volt.deelw.) 1) behendigheidsspel met knikkers Voorbeeld: 'Na school werd er geknikkerd op het schoolplein.' 2) gooieninformeel Voorbeeld: 'iemand overbo... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knikkeren