de lama zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'lama ] Afbreekpatroon: la·ma Verbuigingen: lama's (meerv.) 1) kameelachtig dier dat in Zuid-Amerika voorkomt Voorbeeld: 'lamawol' 2) boeddhistisch geestelijke die in de Himalaya voorkomt Voorbeeld: 'dalai lama' Synoniemen: schaapkameel schaapskameel 
1) Lastdier uit Zuid-Amerika 2) Schaapkameel 3) Lastdier 4) Andesbewoner 5) Herkauwer 6) Tibetaans priester 7) Evenhoevig dier 8) Andesdier 9) Boeddhistische monnik 10) Stof 11) Zuid-amerikaans lastdier 12) Zuid-amerikaans hoefdier 13) Zuid-amerikaans dier 14) Monnik in Tibet 15) Zuid-Amerikaanse viervoeter 
eeltpotig hoefdier uit Zuid-Amerika dat nauw verwant is aan de kameel, maar kleiner is en geen bulten heeft Het dier staat bekend om de manier waarop het concurrenten en vijanden afschrikt: het spuugt zijn zurige en stinkende maaginhoud naar de tegenstander. wol afkomstig van lama's; lamawol boeddhistische leraar in Tibet en Mongolië; ook: titel v...
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] priester bij de Mongolen. De grote Lama's opperpriesters) dragen gele mutsen, de ondergeschikte Lama's rode. Zie Grote Lama.
boeddhistische priester - Jaar van herkomst: 1824 (WEI )
Let op: Spelling van 1858 Chinesche, Tartaarsche of Kalmuksche priester. De groote Lama, de opperpriester der Tartaren. Lama, Llama, Peruaansch schaap
Letterlijk: leraar, stuurder
Kleine gedomesticeerde kameelachtige uit Zuid-Amerika (z.o. alpaca, vicogna en guanaco)..
boeddhistische priester (toon de herkomst via de etymologiebank)
soort kleine kameel zonder bult vb: als een lama boos wordt, spuugt hij naar je
laat maar = het is wel goed zo
• [dierkunde] Zuid-Amerikaans eeltpotig zoogdier. •boeddhistische priester.
Een tot de kameelachtigen behorend geslacht van evenhoevige zoogdieren met grote oren en zonder vetbult. Met name de tamme soort wordt gebruikt huis- en lastdier in Peru en Chili. (MARDOC)