het lemmet zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'lɛmət ] Afbreekpatroon: lem·met Verbuigingen: lemmeten (meerv.) het snijdende, metalen deel van een mes of steekwapen Voorbeeld: 'een tweesnijdend stalen lemmet' Synoniemen: kaarsenpit kling kling van een zwaard lemmer pit snijvlak 
1) Deel van een kaasschaaf 2) Snijvlak 3) Deel van het mes 4) Deel van een zwaard 5) Deel van een schaar 6) Deel van een mes 7) Vlaswiek 8) Wiek 9) Kaarsenpit 10) Scherp deel van een mes 11) Scherp van een mes 12) Scherpe kant van een mes 13) Pit van een theelichtje 14) Sabel 15) Lampenpit 16) Pit 17) Staal van een mes 
deel van een mes, dolk of zwaard waarmee men snijdt of steekt; scherp gedeelte van een mes e.d.
snijkant van mes
kaarsenpit (toon de herkomst via de etymologiebank)
deel van het mes waarmee je snijdt vb: het lemmet kan aan één kant of aan beide kanten scherp zijn
snijkant van mes