de leemte zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'lemtə ] Afbreekpatroon: leem·te Verbuigingen: leemten, leemtes (meerv.) plaats waar iets ontbreekt Voorbeeld: 'door extra lessen voorzien in de leemten in de woordenschat van taalarme kinderen' Synoniemen: : lacune, hiaat Synoniemen: gaping hiaat lacune leegte 4 definities...
1) Bres 2) Fout 3) Gaping 4) Gat 5) Gebrek 6) Gemis 7) Hiaat 8) Holte 9) Interval 10) Lacune 11) Leegte 12) Manco 13) Mangel 14) Mankement 15) Omissie 16) Onderbreking 17) Ondeugd 18) Ontbreking 19) Opening 20) Tekort 21) Tekortkoming 22) Tussenruimte 23) Uitlating 24) Vacuüm 25) Weglating 1) Fout 2) Gaping 3) Gat 4) Gebrek 5) Gemis 6) Hiaat 7) Holte 8) Lacune 9) Leegte 10) Manco 11) Ondeugd 12) Open plaats 13) Open vak 14) Plaats waar iets ontbreekt 15) Tekort 16) Tekortkoming 17) Uitlating 18) Vacuüm 19) Zedelijk gebrek 
plaats waar iets ontbreekt (toon de herkomst via de etymologiebank)
wat eraan ontbreekt vb: er is een duidelijke leemte in zijn verhaal Synoniemen: hiaat lacune
•een plaats waar iets ontbreekt.
gaping - Jaar van herkomst: 1864 (WNT )