leuren werkw. Uitspraak: [ ˈlɵ:rə(n) ] Afbreekpatroon: leu·ren Vervoegingen: leurde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geleurd (volt.deelw.) 1) (spullen) proberen te verkopen, vaak met moeite colloquial Voorbeeld: 'langs de deuren leuren met je eigen kunstwerken' 2) (mensen) moeizaam proberen ergens... leuren werkw. Uitspraak: [ ˈlɵ:rə(n) ] Afbreekpatroon: leu·ren Vervoegingen: leurde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geleurd (volt.deelw.) 1) (spullen) proberen te verkopen, vaak met moeite colloquial Voorbeeld: 'langs de deuren leuren met je eigen kunstwerken' 2) (mensen) moeizaam proberen ergens...
1) Venten 2) Pogen te verkopen 3) Colporteren 4) Te koop aanbieden 5) Spotten 6) Huis-aan-huis-verkopen 7) Slijten 8) Rondbazuinen 9) Trafakken 10) Te koop lopen 11) Dringend aanbieden 12) In het klein verkopen 13) Regratteren 14) Langs huizen venten 1) Venten 2) Pogen te verkopen 3) Colporteren 4) Te koop aanbieden 5) Spotten 6) Huis-aan-huis-verkopen 7) Slijten 8) Rondbazuinen 9) Trafakken 10) Te koop lopen 11) Dringend aanbieden 12) In het klein verkopen 13) Regratteren 14) Langs huizen venten 
ventenventen
knoeien, bedriegen (toon de herkomst via de etymologiebank)knoeien, bedriegen (toon de herkomst via de etymologiebank)