de loopplank zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'loplɑŋk ] Afbreekpatroon: loop·plank Verbuigingen: loopplanken (meerv.) voorziening om van een schip op de wal te komen of omgekeerd Voorbeeld: 'een aluminium loopplank met een stroef loopoppervlak' Synoniemen: loopbrug Gevonden op https://woorden.org/woord/loopplank
plank om over te lopen losse plank of uitklapbare constructie waarmee men van een schip op de wal kan komen en omgekeerd langwerpig, smal of T-vormig podium waarop fotomodellen en mannequins tijdens modeshows lopen om kleding te showen; catwalk hulpmiddel om personen of zaken op figuurlijke wijze met elkaar te verbinden Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/loopplank
Een plank die tussen de wal en het schip wordt gelegd om aan of van boord te stappen. De bovenkant van de plank is vaak bezet met dwarslatjes en/of antislipmateriaal om uitglijden te voorkomen als de plank te steil tussen de wal en het schip ligt. Gevonden op https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:b0b33c21-2e04-4bd1-8a31-1
houten plank waarover men van en aan boord kan komen of een gelijkwaardige constructie van aluminium. Ook landgang , gangplank , of slechts plank genoemd. [ Uitdrukkingen ] Zie ook afgangbrug , bokplank , loopbrug , richter . Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=loopplank
Platforms of promenades die zijn opgetrokken boven onvoltooide delen van een gebouw om toegang te verschaffen aan arbeiders en materiaaldragers Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605